logo-print
T (0186) 61 55 00

Verwerkingsvoorschrift betonputten

Put-schachtverbindingen

Er is sprake van 2 typen inspectieputten:
  • Inspectieputten 800x800 mm, 1000x1000 mm, 1250x1250 mm en ø 1000 mm.
  • Overige putten.

Inspectieputten 800x800 mm, 1000x1000 mm, 1250x1250 mm en ΓΈ 1000 mm

Voor de verbinding tussen de verschillende onderdelen (onderbak, tussenschacht en afdekplaat) wordt een schachtsponningsring toegepast.

Schachtsponningsring
  • De schacht onderdelen zijn voorzien van een zelfsmerende schachtsponningsring, dus geen glijmiddel aanbrengen. Montage: zie onderstaande afbeeldingen. De zelfsmerende schachtsponningsring moet worden aangebracht op het spiedeel van de schacht.
  • Basisvoorwaarden voor elke voegverbinding: de rubbersponning moet schoon en onbeschadigd zijn.

1. Plaats de rubberring conform de afbeelding.
Verdeel de spanning door op de vier hoeken de
rubberring naar je toe te trekken




2. Controleer:
- Of de flap volgens het voorbeeld zit.
- De tekst bovenop leesbaar is.
- De rubberring rondom op betonondersteuning ligt.

3. Gereed voor montage van de tussenschacht of het kegelstuk.

Overige putten

De verbinding tussen de verschillende onderdelen (onderbak, tussenschacht en afdekplaat) kan op meerdere wijzen gerealiseerd worden (de onderdelen zijn optioneel, het is de keuze van de
aannemer welke wordt gebruikt):
  • Zand-cementspecie.
  • 2 componenten mortels bijv. Cugla Epoxy Plamuur LP of gelijkwaardig. Er zijn meerdere soortgelijke producten verkrijgbaar. Verwerkingsadvies en verbruik zijn in het algemeen te vinden op de site van de betreffende leverancier (in dit geval www.cugla.nl).
  • Verbinding verschillende onderdelen met een Elastostrip van Trelleborg o.g. (zie foto en www.trelleborg.com).
  • Bovenstaande eventueel in combinatie met een bitumenstrip aangebrand op de buitenzijde van de verbinding.

Aansluitingen betonbuizen op inspectieputten

Er zijn meerdere mogelijkheden om betonbuizen waterdicht en flexibel aan te sluiten op de verschillende inspectieputten. Onderstaand hebben we de mogelijkheden weergegeven. Met dit brede scala biedt Giverbo u bovendien alle mogelijkheden om de put te plaatsen op de door u gewenste plaats. Toepassing van pasbuizen en/of het op maat zagen van buizen completeert deze unieke mogelijkheid van “put op de plaats”. Op de puttenstaat is aangeven welke aansluitingen (prefab) zijn voorzien van een hoekverdraaiing. In hoofdzaak hebben wij drie verschillende mogelijkheden voor de aansluiting van buizen op
putten.
1. Rolring of standaard glijverbinding voor:
  • Ø 300 mm t/m Ø 1000 mm
  • Drainfilbuizen
  • EI-vormige buizen 250/375 mm
Hiervoor zijn er drie mogelijke aansluitingen. Een aansluiting met een standaard rolring (met standaard sparing), een standaard rolring met AV sparing of een standaard glijverbinding.
Zie hieronder het principe:
2. Glijverbindingen voor:
  • Buizen ≥ 1250 mm
  • Eivormige buizen ≥ 300/450 mm
  • Aansluiting op verjongde spie-eind van de buis
  • Afdichting is identiek aan buisverbinding
3. Metselsparingen:
  • Mogelijk bij alle diameters
  • Afmeting van de sparing volgens puttenstaat
  • Op verzoek of daar waar hoekverdraaiingen of schuine wand niet mogelijk is

Praktijkvoorbeeld bij een kruising put met een AV sparing

(moet expliciet op een puttenstaat vermeld staan).
Het spie-vlak passtuk wordt met de aangebrachte buis- en schachtrubberring ‘terug’ getrokken vanuit de put.

Metselsparingen

Indien u bij alle overige diameters
  • Kraagbuis Ø 1250 mm, kraaglozebuis Ø 2000 mm
  • Vlakke voetbuizen Ø 1250 mm, Ø 1500 mm en Ø 1800 mm
  • EI-vormige buizen 300/450 t/m 700/1050 mm
ook de put exact op de gewenste plaats wenst te stellen, adviseren wij u gebruik te maken van een metselsparing.
Voor alle genoemde buistypen zijn standaard pasbuizen (mof-spie en spie-spie) beschikbaar.