logo-print
T (0186) 61 55 00

Verwerkingsvoorschrift ronde buizen

Verbindingen

Het leggen van buizen en het plaatsen van putten wordt in de regel toevertrouwd aan de aannemer. De aannemer is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de verbinding. Hieronder omschrijven we de mogelijke buis-buis verbindingen en de put-schacht verbindingen en de aansluitingen betonbuizen op inspectieputten.
 

Mogelijke buis-buis verbindingen:

  • Glijverbinding F104
Het is zaak de ring spanningsvrij (met een gelijke spanningsverdeling) goed tegen de nok van de spie aan te leggen en wel zodanig dat de tekst op de ring leesbaar is. Alleen de mof dient rijkelijk te worden voorzien van glijmiddel en wel vanaf de inloop van de mof tot aan de plaats waar de rubberring na intrekken van de buis komt te liggen (géén glijmiddel op het spie-einde of op de rubberring). Na de montage moet worden gecontroleerd of de rubberring nog op zijn plaats ligt. Dat kan door een meetlatje tussen de mof en de spie te steken en rondom te meten of de afstand gelijk is. EI-vormige buizen met een vlakke voet vragen bijzondere aandacht: de verticale hartlijn dient te allen tijde zuiver verticaal te worden gehouden. Gebruik een waterpas op de inlaatkast of een schietlood om de merktekens op de voorkant van de mof te controleren.

Het door ons geleverde glijmiddel is speciaal voor ons product ontwikkeld. Bij gebruik van een ander glijmiddel vervalt onze garantie op de dichtheid van de verbindingen.
  • Zelfsmerende Lamell glijverbinding F146
Het is zaak de ring spanningsvrij (met een gelijke spanningsverdeling) goed tegen de nok van de spie aan te leggen en wel zodanig dat de tekst op de ring leesbaar is. Er dient géén glijmiddel te worden gebruikt. Na de montage moet worden gecontroleerd of de rubberring met de flap op zijn plaats ligt. Dat kan door een meetlatje tussen de mof en de spie te steken en rondom te meten of de afstand gelijk is.

Inlaten

In elke betonnen buis kunnen voorzieningen voor verschillende inlaten worden aangebracht. Buizen worden geleverd met maximaal 1 inlaat per buis. Giverbo garandeert en adviseert de toepassing van 1 inlaat per buis. Bij buizen ø 300 mm en ø 400 mm kunt u gebruik maken van een mof-spie pasbuis (lengte= 1000 mm), welke is voorzien van een inlaatkast waarin u een inlaat kunt boren. Indien er toch de noodzaak bestaat voor een extra aansluiting adviseren wij u deze inlaat in een volgende buis of in een inspectie schacht aan te brengen. Indien u toch kiest voor een extra inlaat, maak dan altijd gebruik van onze zadelstukken.
  • PVC-buisinlaat
De standaard buisinlaat maakt het mogelijk een PVC-buis ø 125 mm of ø 160 mm, zonder andere voorzieningen dan een tijdens de fabricage aangebrachte rubbermanchet, in de geprofileerde inlaat van de betonnen buis te monteren. Visuele controle op de positie van de rubberring is mogelijk. De inlaat is voorzien van een betonnen stootrand die bestand is tegen minimaal 60 kN bovenbelasting.
  • PVC-indrukmof
Voor buizen vanaf ø 600 mm wordt nog steeds gebruik gemaakt van de PVC-indrukmoffen. Een PVC-indrukmof ø 200 mm kan hierbij ook worden toegepast.
  • PVC-instortmof
EI-vormige buizen 600/900 mm, 700/1050 mm en buizen met diameter vanaf ø 1250 mm worden voorzien van een direct ingestorte PVC-mof die bestand is tegen minimaal 60 kN bovenbelasting.
De ingestorte PVC-moffen zijn standaard voorzien van een lekflens. Standaard maten ø 125 mm en ø 160 mm.
Buizen worden geleverd met max. 1 inlaat per buis. Giverbo garandeert en adviseert de toepassing van 1 inlaat per buis. Bij buizen ø 300 en ø 400 mm kunt u gebruik maken van mof-spie verjongd pasbuis, welke is voorzien van een inlaatkast waarin u een inlaat kunt boren. Indien er toch de noodzaak bestaat voor een extra aansluiting adviseren wij u deze inlaat in een volgende buis of in een inspectieschacht aan te brengen. Indien u toch kiest voor een extra inlaat, maak dan altijd gebruik van onze opzetkolken.
Opzetkolk
Indien in een buis geen inlaatkast aanwezig is of een tweede inlaat naast een al bestaande moet worden aangebracht, dient een gat te worden geboord ten behoeve van een opzetkolk. Dit dient zo dicht mogelijk achter de kraag of in de buurt van het spie-eind van de buis te geschieden. Het inhakken van een gat in een buis moet absoluut worden vermeden! Standaardmaten ø 125 en 160 mm.

Inkorten

De door ons aangeboden buizen kunnen, met een ter beschikking gesteld tang of door te zagen, t/m ø 500 mm eenvoudig ingekort worden. Voordeel is hierbij dat er geen afval is en geen dure passtukken want alles kan in de put gebruikt worden. Door het eenvoudige systeem kan de put altijd op de gewenste plek geplaatst worden.

Mogelijkheden om tot de gewenste streng lengte te komen: ‘put op de plaats’

Gezaagde pasbuizen (uitsluitend voor buizen ≤ 500 mm)
  • Passtukken uit hele buizen, te zagen (op het werk)
  • Ongewapend of staalvezel versterkt
Prefab pasbuizen
  • Buizen Ø 300 mm t/m Ø 800 mm en Ø 1000 mm;
  • Vlakke voetbuizen Ø 800 mm t/m Ø 1000 mm;
  • EI-vormige buizen 250/375 mm;
  • Drainfilbuizen Ø 400 mm, Ø 600 mm en Ø 800 mm;
  • Prefab pasbuizen Spie-vlak en Mof-vlak.
  • Alleen Spie-vlak eventueel in het werk op maat te zagen
  • Ongewapend of staalvezel versterkt.
  • Bij vlakke voetbuizen altijd staalvezel versterkte (ronde) pas buizen.

Praktijkvoorbeelden inclusief maatvoering


*De maten zijn van toepassing voor de buizen Ø 1000 mm. Lengte mof-spie is 1,2 m¹
 

Buiswand

De gladheid van de (binnenzijde) buis wordt bij aanvang bepaald door de productiemethode. Tijdens de productie van de door ons aangeboden buizen draait en trilt de binnenkern waardoor er een zeer gladde buis ontstaat. De gemeente Rotterdam is hier bijvoorbeeld zeer tevreden over. Aanvullend kan over de gladheid worden vermeld dat na enkele maanden gebruik er een slijmlaagje wordt afgezet tegen de wand. Het gladder zijn van de buiswand bij aanvang is natuurlijk altijd bevorderlijk. Bovendien zijn door de haaksheid de buizen goed in een rechte lijn te leggen.

Algemeen

De productie van de buizen, putten en hulpstukken komen allemaal van een productielocatie waar gewerkt wordt conform ISO14001 en ISO9001. De CO2 verklaring is van toepassing inclusief Milieukeur en Dubokeur. Bij een correcte verlegging van de materialen is er sprake van 15 jaar garantie! De kwaliteit van de buizen blijkt uit het feit dat deze voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in de Europese NEN-EN 1916 norm en de nationale complementaire norm NEN 7126. Ze zijn gecertificeerd volgens beoordelingsrichtlijn BRL 9201. Onze inspectieschachten voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in de Europese norm NEN -EN 1917 en de nationale complementaire norm NEN 7035 en zijn gecertificeerd volgens de Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 9202.

Intrekken of induwen van de buizen

Vóór het intrekken of induwen van de buis in de voorgaande moet worden gecontroleerd of de buizen in elkaars verlengde liggen. Tijdens het intrekken of induwen moeten de buizen “horizontaal en verticaal in lijn” blijven. Monteren onder een hoek kan leiden tot beschadigingen aan de buis, bijv. “klappen” van de mof. 
  • Voegbreedtes conform norm ≤ 20 mm. 
  • Hoekverdraaiing: bij het maken van verbindingen dienen de buizen in elkaars verlengde te liggen. De verbinding is zo gedimensioneerd, dat kleine afwijkingen mogelijk zijn zonder dat de dichtheid van de verbinding in gevaar komt. Het leggen van buizen met een onderlinge hoekverdraaiing wordt door ons ontraden. De hoekverdraaiing (die volgens de norm is toegestaan), is dan volledig bruikbaar voor eventuele zettingen in de grond.