logo-print
T (0186) 61 55 00

Verwerkingsvoorschrift vlakke voetbuizen

Leggen

  • Vlakke voetbuizen zijn gewapend en ongewapend leverbaar.
  • Gewapende vlakke voetbuizen zijn gemerkt (traditioneel gewapend met een rode markering op spie of mof), de plaats van de markering is willekeurig aangebracht en is staat los van de uiteindelijke positie van de buis in de sleuf.
  • Spanningsvrij aanbrengen van de rubberring op het schone spie-eind (bij voorkeur buiten het profiel van ontgraving), controleer of de juiste ring voor de te verwerken buis is gekozen en controleer de plaats van de ring.
  • Vlakke voetbuizen > 1000 mm zijn voorzien van twee stuks DH-hijsankers, de diameters 800 mm, 900 mm en 1000 mm kunnen met een hijsketting/-strop/-band of (mechanische) rioolbuizenklem worden gelegd, er zijn geen hijsankers ingestort.
  • Aanbrengen van het bijgeleverde glijmiddel in mof bij de F104 ring, bij gebruik van zelfsmerende glijverbinding geen glijmiddel gebruiken.
  • Bij het leggen van de buis aan de voorgaande buis, het spie-eind met gemonteerde rubberring gelijkmatig centrisch zonder hoekverdraaiing in de voorgaande mof schuiven. De buis in de mof duwen heeft de voorkeur. Tijdens het centrisch aanduwen heeft de machinist meer controle over de duwrichting van de buis. Induwen: voorzichtig en altijd met voldoende stevig stophout!
  • Na montage controleren of de rubberring rondom op de juiste positie ligt, het monteren van buizen onder een hoekverdraaiing is niet toegestaan. Wij adviseren de voegbreedte kleiner dan 20 mm te houden. Bij een rioolinspectie betreffende de axiale verplaatsing valt de verbinding nog in klasse 1.
  • Na het leggen van de buizen moeten de hijskommen van de hijsankers dichtgezet worden met krimpvrije mortel.

Sleufbodem


  • De vlakke voetbuizen kunnen in het algemeen op een vlakke sleufbodem worden gesteld.
  • De buis dient over de gehele lengte te dragen, het toepassen van steltegels of stelplanken van voldoende lengte vereenvoudigd het leggen van vlakke voetbuizen.
  • Indien de vlakke voetbuizen op een betonsloof wordt geplaatst, adviseren wij u een laagje zand of gestabiliseerd zand toe te passen tussen betonsloof en de vlakke voet van de buis.

Aanvullen

  • De sleufbodem niet verdichten.
  • Laagsgewijze aanvulling gelijktijdig aan beide zijden van de buis. Aanbrengen van aanvulmateriaal (zonder puin o.g.) van geringe storthoogte in een laagdikte van 20 – 30 cm, op deze manier wordt het verschuiven van de streng voorkomen.
  • Inlaten inmeten en vastleggen op revisie.
  • Verdichten met geschikte verdichtingsapparatuur, zware verdichtingsapparatuur kan leiden tot onherstelbare schade aan de betonnen buis.
  • Bijzondere aandacht schenken aan de verdichting rondom inlaten, ongelijkmatige verdichting leidt uiteindelijk tot onregelmatigheden in de eindtoestand van de bovenliggende (weg)constructie.

Glijverbinding F104

Het is zaak de ring spanningsvrij (met een gelijke spanningsverdeling) goed tegen de nok van de spie aan te leggen en wel zodanig dat de tekst op de ring leesbaar is. Alleen de mof dient rijkelijk te worden voorzien van glijmiddel en wel vanaf de inloop van de mof tot aan de plaats waar de rubberring na intrekken van de buis komt te liggen (géén glijmiddel op het spie-einde of op de rubberring). Na de montage moet worden gecontroleerd of de rubberring nog op zijn plaats ligt. Dat kan door een meetlatje tussen de mof en de spie te steken en rondom te meten of de afstand gelijk is. Het door ons geleverde glijmiddel is speciaal voor ons product ontwikkeld. Bij gebruik van een ander glijmiddel vervalt onze garantie op de dichtheid van de verbindingen.